De basis van een melkveerantsoen in een groot deel van de Benelux bestaat hoofdzakelijk uit snijmais en in mindere mate uit gras als ruwvoer. Verder wordt er vaak pulp gevoederd aangevuld met een ruime fractie hoogwaardige eiwit om het energierijke ruwvoerrantsoen te corrigeren.
De waarde van snijmais
De snijmais uit het basisrantsoen is enerzijds energiedens met een hoge verteringscoëfficiënt vanuit het zetmeel in de kolf. De plant daarentegen is rijk aan ruwe celstof, wat de vertering van nature moeilijker maakt.
Om de voederefficiëntie te verhogen werd er in het verleden vaak via plantbreeding gezocht naar een betere verteerbaarheid van de stengel, waar in de logica van voorgaande wat voor te zeggen valt.
De stengel is met zijn 6% RE echter ook erg eiwitarm. Deze eiwitarme stengel meer verteerbaar maken levert voornamelijk meer azijnzuur op dat aanleiding kan geven tot de ondersteuning van het vetgehalte. Het eiwitarme karakter van de stengel vraagt steeds correctie met eiwit om te komen tot een goede vertering en bijhorende productie. Laat dit correctie eiwit nu net erg duur zijn.
De korrel is vaak eiwitrijker en dit kan vlot boven de 8% RE gaan.
“Als we deze korrel kunnen combineren met eiwitrijkere stengels, krijgen we een relatief eiwitrijker basisrantsoen wat minder eiwitcorrectie nodig heeft om te komen tot een goede melkproductie.”
De eiwitrijke stengel kan komen uit goed bemest gras, maar de ruwvoervlinderbloemigen zoals klaver en luzerne komen meer en meer de kop opsteken in de melkveehouderij in de Benelux gezien de sterke stijging van de kunstmestprijzen (lees ons vorig artikel hierover).
Een voorbeeldbedrijf uit Farmdesk
We tonen hier een Farmdesk demobedrijf met 88 koeien aan de melk, dat deze overpeinzingen reeds in de praktijk zette. Ze halen met deze bedrijfsstrategie overigens erg goede technische en economische resultaten.
De pulp werd vervangen door “feed”bieten met een hoog droge stofgehalte en veel suiker. Hun snijmais lieten ze zakken in ruil voor extra ccm aangevuld met nog meer eiwitrijke gras(klaver)kuil in hun basisrantsoen. Extra bierbostel past goed bij de suikerrijke bietenfractie.
Zo komen ze tot een rantsoen wat nog maar beperkt eiwitcorrectie nodig heeft. Met slechts 1,71 kg eiwitcorrectie van 1/3 sojaschroot, 1/3 raapschroot en 1/3 bestendige soja, komt het bedrijf tot een basisrantsoen van 28 kg melk per koe. Dit wordt aangevuld met maximaal 4 kg startbrok in de voederautomaat.
De gemiddelde productieresultaten zijn momenteel: 32,53 kg met 4,33% vet, 3,54% eiwit en 20 ureum. Hierbij hoort een gemiddelde startbrok verstrekking van 3,3 kg bij gemiddeld 170 lactatiedagen van de koeien.
Kortom een mooi technisch resultaat.
De technische en economische cijfers van dit bedrijf
Hieronder een afbeelding met de belangrijkste Farmdesk prestatie indicatoren van dit bedrijf (lees ons artikel met meer toelichting ).
Bij deze melkresultaten hoort een strakke voerefficiëntie (figuur linksboven, 3-maandelijks gemiddelde waarde 1,59), die zich ook vertaalt naar een erg strakke eiwitefficiëntie (33%).
Gezien de goede ruwvoerkwaliteit geeft dit daarboven aanleiding tot een hoge ruwvoermelk productie van 24,79 kg/koe/dag (noot: Farmdesk rekent bieten en ccm ook in de ruwvoermelk) en tevens tot een laag krachtvoergebruik.
Voor de kengetallen voer efficiëntie, eiwit efficiëntie en ruwvoermelk geldt dat hoe hoger deze zijn, hoe hoger de kans op een hoge voerwinst (te zien in de opwaards hellende wolken).
Dit alles levert een lage voerkostprijs van slechts 12,16 €/100 kg meetmelk (waar het gemiddelde thans op 15,18 €/100 kg meetmelk ligt). De bijhorende voerwinst per koe (bij gelijke melkprijs) ligt op 9,14 €/koe/dag (waar het gemiddelde thans op 7,56 €/koe/dag ligt).
Relatief eiwitrijke stengels van gras en klaver combineren met bieten en ccm/mks, levert sterke bedrijfsprestaties met goede inkomensvorming op het bedrijf. Dit terwijl de snijmaisfractie daalt terwijl het zetmeel op peil blijft.
“Met de huidige dure eiwitprijzen is minder maisstengel in het rantsoen wellicht nog beter dan snel verteerbare maisstengels in het rantsoen waarvoor je steeds eiwitcorrectie nodig hebt in de vertering, getuige de bedrijfsevolutie op het getoonde Farmdesk demobedrijf.”
Even terug naar de jaren '70
Dit doet me denken aan onze koeien eind jaren zeventig toen inflatie welig tierde en de krachtvoedergrondstofprijzen ook piekten.
De maisakkers moesten toen nog “rondgezet” worden omdat de oogstmachines niet aan de buitenkant en tot in de hoek konden rijden voor de oogst. Deze maisplanten voederden we rechtstreeks en in zijn geheel aan de koeien op de weide.
Prachtig zicht hoe de toen veertig roodbonte melkkoeien als gekken de kolven van de maisplanten vastnamen met hun muil, in het wilde weg schudden met hun kop om deze kolven los te krijgen van de plant en deze dan smakelijk smakkend opaten…
Als deze kolven op waren, aten ze iets minder enthousiast de bladeren op. De pluis werd eraf gebeten en bleef vaak liggen, samen met stengels, zeker het stengeldeel onder kolf ….
Tot mijn grote spijt moest ik die later weer verwijderen uit de weide omdat ze anders het volgende jaar in de eerste snede van het volgende jaar dreigden aan te komen.
Ik heb het gevoel dat de koeien in de economisch turbulente jaren zeventig ons reeds een beeld gaven hoe hoogproductieve melkkoeien bijna vijftig jaar later te voeren in een periode met dure eiwitrijke krachtvoergrondstoffen.
Mooi dat de high-tech bedrijfsopvolging met Farmdesk de inzichten die koeien reeds vele jaren hebben, tonen in hun verzamelde kengetallen.
“Misschien is dit ook een pleidooi voor meer MKS in combinatie met eiwitrijkere stengels van gras en ruwvoervlinderbloemigen. Of mogelijk breekt de bermuda-maisoogstmethode straks helemaal door, waarbij we enkel de kolf, samen met de bladeren boven de kolf oogsten als snijmais?”